Een verhaal over risico’s. Deel 2 – Diepte

In de laatste editie van de Bubbels startten we met een 3 delig verhaal over risico’s. In het vorige deel besproken we de invloeden van Kou, een actueel onderwerp in de koudere maanden. Heb je het deel niet gelezen, hij is terug te lezen op deze site.

Diepte

Diepte is een risico. Deste dieper je duikt, deste verder je verwijdert bent van de veilige oppervlakte. We duiken als sportduikers over het algemeen hier in Nederland niet veel dieper dan een meter of 20.
20 Meter is natuurlijk niets, zeker als je dat vergelijkt met de hectometer paaltjes die je vanuit de auto langs de weg ziet staan. Van die paaltjes suist er met 120 km/h elke 3 seconden 1 voorbij. Op die snelheid zou je 20 meter in iets meer dan een ½ seconde afleggen. Dus wat is nu 20 meter?

Die 20 meter, even als voorbeeld, zijn 20 meters vol met risico. Voor duikers, en zeker in combinatie met de term ‘risico’, kunnen we deze 20 meter misschien beter uitdrukken in de eenheid die bij druk hoort, atmosfeer. De (omgevings-)druk die we ervaren op 20 meter diepte: 3 atmosfeer! 3x de druk die we boven water ervaren (elke 10 meter diepte 1 atmosfeer (1 bar) druk extra).

Druk doet veel met ons lichaam. Er gebeurt van alles in ons lichaam als we de omgevingsdruk verhogen. Als je een opgeblazen ballon mee zou kunnen nemen zou deze op 20 meter diepte 3x zo klein zijn als aan de oppervlakte. Ons lichaam word natuurlijk niet 3x zo klein, dat zou vreemd zijn. Ons lichaam past zich aan, aan de verhoogde omgevingsdruk. Alle lucht houdende ruimten in ons lichaam vullen wij zelf met 3x zo veel lucht om het drukverschil op te heffen en alle andere delen van ons lichaam bestaan voor een groot deel uit water en kunnen dus makkelijker tegen de verhoogde omgevingsdruk, veroorzaakt door water (in de waterkolom boven ons).
Die ruimten die we vullen met lucht (oren, voorhoofdholten, longen, etc) moeten echter wel gezond zijn. Een verkoudheid kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat we niet kunnen klaren (oren) en dus ook het drukverschil niet kunnen opheffen. Dat doet pijn. Ook verstopte voorhoofdholtes (als gevolg van een verkoudheid komt vaker voor. Je kunt dan niet dieper duiken en beter de duik beëindigen. Of nog slimmer, niet gaan duiken met een verkoudheid.

In goede gezondheid kunnen we met de verhoogde druk dus in principe goed om gaan, maar er gebeurd meer! Omdat we lucht (of een ander gas) onder verhoogde druk ademen veranderd ook de drukhuishouding van de gassen diep in ons lichaam. Zuurstof en stikstof zijn de belangrijkste gassen die wij in- en uitademen. Beide gassen dringen door tot in de verste uiteinden van ons lichaam. Zuurstof word verbruikt en geeft CO2. Stikstof word slechts getransporteerd.
Deze gassen hebben tijd nodig om door ons lichaam te gaan. Onder verhoogde druk kost het tijd voordat de cellen in ons lichaam een gelijke gasdruk hebben als de (verhoogde) druk van de gassen in ons bloed. Een moeilijk verhaal, maar daar zit dan wel het grootste risico!

Door langer en dieper te duiken bouwen we een verhoogde druk van die gassen op in ons lichaam. Deze gassen gaan er ook wel weer uit als we opstijgen, maar dat kost tijd. En dan meer tijd dan die ½ seconde die we met de auto over 20 meter doen!

Als sportduikers hebben we ons dan ook te houden aan de binnen de duiksport gehanteerde stijgsnelheid van 10 meter per minuut en moeten we correct gebruik maken van de duiktabellen. De genoemde stijgsnelheid geeft je lichaam de tijd om de overdruk van de gassen veilig af te bouwen. De duiktabellen voegen daaraan toe de tijd die nodig is om bij een grote overdruk, opgebouwd door (te)lang of (te)diep te duiken, je lichaam extra tijd te geven op om verschillende dieptes efficiënt genoeg gasdruk kwijt te raken. En dan vertel ik het erg eenvoudig.
Het niet goed (kunnen) hanteren van deze regels is een risico, een risico wat we nooit helemaal weg kunnen nemen. En elk lichaam reageert anders. Maar met de juiste stijgsnelheid en de tabellen beperk je de risico’s tot een algemeen geaccepteerd niveau. Houd je je niet aan de stijgsnelheid en aan de tabellen, dan neem je grotere risico’s met decompressie verschijnselen en/of blijvend letsel tot gevolg. Overdreven vermoeidheid en tintelingen op je lichaam na de duik zijn de eerste verschijnselen van decompressieziekte. Vraag altijd om medische hulp als je vermoed te maken te hebben met een decompressieziekte.

Bovengenoemde is op elke duik van toepassing. Diepere duiken verhogen de complexiteit van de duik en ook de risico’s die genomen worden. Maar wat maakt diep duiken nu extra gevaarlijk en wat is de grens die we moeten respecteren?

Diep duiken betekend een hoge gasdruk in ons lichaam en daar zijn grenzen aan. Voor de twee belangrijkste gassen (zuurstof en stikstof) kent ons lichaam acceptabele grenzen als het gaat om de maximale druk.

Voor lucht, met 21% zuurstof, geld dat ons lichaam bij ongeveer 65 meter diepte een grens bereikt waar de zuurstof (1.6 bar) een te groot risico op stuiptrekkingen veroorzaakt. Voor lucht, met 78% stikstof, geld dat ons lichaam bij ongeveer 40 meter diepte een grens bereikt waar de stikstof (3.6 bar) een te groot risico op verminderd reactievermogen (narcose) veroorzaakt.
Narcose (veroorzaakt rust), samen met inspanningen en met een te hoog CO2 niveau (veroorzaakt stress) dat ons lichaam niet meer afgevoerd krijgt, is dit het begin van het einde. Je zakt weg en komt niet meer boven.

De genoemde niveaus van 1.6 bar zuurstof en 3.6 bar zuurstof zijn uitersten op de schaal van acceptabele waarden. Om deze reden hanteren we als duikers liever 1.4 bar zuurstof en 3.2 bar stikstof. Deze waarden komen overeen met een maximale diepte van 30 meter (bepaald door de stikstof).
Een nog lagere stikstofdruk (minder narcotisch, alerter) zou nog beter zijn. Dit juicht het gebruik van Nitrox toe! In een Nitrox ademgas zit minder stikstof en meer zuurstof (de grens van zuurstof was nog niet bereikt). Nitrox 32% heeft op 30 meter diepte 1.28 bar zuurstofdruk en 2.7 bar stikstofdruk.
Technische duikers accepteren geen gasdrukken hoger dan deze genoemde waarden. Duikt een technisch duiker dieper, dan duikt hij met altijd met een trimix (waar helium een deel van de plaats van stikstof in neemt).

Met het juiste gas en de bijbehorende diepte limiet worden de risico’s van duiken op diepte dus beperkt.

Resumerend;

  • Duik je op lucht ben dan zo verstandig om niet dieper dan 30 meter te duiken om het verhoogde risico van de narcotische gevolgen van stikstof voor te zijn.
  • Duik je graag en vaker naar de dieptes tot 30 meter, volg dan een Nitrox cursus en gebruik een Nitrox mengsel (32% O2). Nitrox is tegenwoordig makkelijk verkrijgbaar voor slechts 2-3 euro extra per duik. Dat moet het verminderd risico waard zijn.
  • Wil je dieper duiken dan 30 meter, volg dan a.u.b. eerst een technische duikopleiding waar je leert omgaan met alle aspecten die bij diep duiken horen en waarna je met de juiste gasmengsels kunt duiken.
Posted in Veiligheid and tagged .